Share, , Google Plus, Pinterest,

Gepost in:

Goed voorbeeld 

Joy Ellen Bos, oprichter van Enjoy! Learning Center, schrijft in deze column met moed en open vizier over de beproevingen op haar pad en dat van haar (stief)kinderen. Als kind zocht ze al naar grenzen en vindt het randje opzoeken nog steeds heel aantrekkelijk.

 

Om de hoek zie ik ze al staan. De ouders die wél altijd op de fiets komen. En al vanaf de hoek zie ik de veroordelende blik en voel ik de wijsvingers. Die blik van ‘jij onverantwoordelijke, gemakzuchtige en luie moeder’. Je kent ze wel. Die ouders. En die blikken. 

Meestal lukt het me om mijn schuldgevoel snel van me af te laten glijden. Of het gevoel van recalcitrantie. Dat ik de auto het liefst ín de school wil parkeren. Alleen maar omdat er een paar ouders zijn die er iets van vinden. Dat doe ik natuurlijk niet. De gedachte alleen al is heel kinderachtig. 

Ik rij stapvoets, kijk glimlachend en met een verontschuldigende blik om me heen (hé, nou doe ik het toch, mezelf verdedigen door te glimlachen met om begrip vragende ogen). 

Verkeersbrigaderende ouders hebben ook gelijk. Het zóu ook beter zijn als alle ouders komen lopen of fietsen. Dat snap ik ook wel. Veiligheid. Milieu. Voorbeeldfunctie. Dat. 

Kunnen we niet met elkaar afspreken dat we elkaar gewoon vertrouwen? Wij verkeersdeelnemers, wij ouders.  Op ons verantwoordelijkheidsgevoel en onze overwegingen. Natuurlijk. Je moet goed uitkijken. Met de auto. Met de fiets. Lopend. 

Je moet ALTIJD goed uitkijken. Stapvoets rijden in de schoolzones. Zoals elke ouder of automobilist zal snappen. Automobilisten hebben een rijbewijs. Dus in aanleg weten ze hoe dat moet. Uitkijken. En dan zijn ze in dit geval ook nog eens de vader of moeder van iemand. 

Geloof me. 

Als je voor het ouderschap al goed uitkeek en dacht dat je niet beter kon uitkijken dan je deed, dat kon dus wel. Je ziet nu overál gevaren. Ballen die over de weg rollen. Een kind dat daar achteraan rent. Boem. Kinderen met oortjes in, gedachten bij het meisje waar ze straks naast mogen zitten. Boem. Capuchon op. Geen zicht meer naar links en rechts. Boem. Het kan zo gebeurd zijn. 

Maar dat hoeft dus niet. Onvoorspelbare en voorspelbare situaties zullen er altijd zijn. Net als ongelukken. Maar in godsnaam, of beter nog, uit je eigen naam, vertrouw erop dat ouders die hun kinderen met de auto brengen daar een goede reden voor hebben. Of niet. En laat dat lekker bij die in jouw ogen luie of gemakzuchtige ouders. Zolang ze maar buitengewoon goed uitkijken.

Dan is er nog het maar-het-is-toch-beter-voor-het-milieu argument. Ja. Absoluut waar. Fietsen of lopen is uiteraard niet belastend voor het milieu. En autorijden wel. Auto’s worden wel steeds ‘schoner’, maar dat daargelaten. Wat kan ik nou tegen het milieu argument inbrengen? Niets. Behalve dat ik, sprekend voor mezelf, bewust omga met moeder aarde. Wij scheiden ons afval, eten voornamelijk vegetarisch en biologisch, hebben vloerverwarming, koken op inductie en denken (meestal) na voordat we de auto gebruiken. Omdat het regent bijvoorbeeld. Of ik mijn fietssleutel niet kon vinden. Ik bedoel maar. 

Blijft er nog over: gezondheid. Het is veel gezonder om te bewegen dan om je met een auto te verplaatsen. Yep.

Hoe gaat dat ook alweer?

“Hij die anderen veroordeelt heeft nog een lange weg te gaan

Hij die zichzelf veroordeelt is op de helft

Hij die niemand veroordeelt is aangekomen”

Ik ben net na de helft. Op weg naar de laatste. Want zou het schoolplein niet zoveel mooier zijn wanneer er vriendelijke ouders rondhangen, die elkaar begroeten en toelachen. Dan pas zijn we een goed voorbeeld voor onze kinderen.

 

Share, , Google Plus, Pinterest,

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *